Vleesreclames in Haarlem zijn definitief verboden in 2025. De stad is daarmee de eerste gemeente die een algeheel verbod afkondigt. Ook vliegreizen, vis en andere CO2-uitstotende reclames in de openbare ruimtes zijn voortaan verboden. En terwijl Haarlem daar op inzet, kijkt Almere ondertussen of er in het kader van het ontwerp standplaatsenbeleid een mogelijkheid is om frituren te verbieden. Waarom? Omdat ongezond voedsel in de nota wordt gedefinieerd als ‘gefrituurde etenswaren’. Een eeuwenoude bereidingsmethode wordt hiermee door een aantal gemeenteraadsleden weggezet als onverantwoord. Daarmee worden verschillende ondernemers bewust verbannen naar de schaamtehoek.
Steun van Politiek
Veel van die maatregelen krijgen de steun van tal van politieke en maatschappelijke partijen. En hoezeer ik maatregelen tegen ongezond eetgedrag ook toejuich – zeker als het gaat om de jeugd – geloof ik niet dat het verbieden van reclames en friturende ondernemers de goede weg is. Politici zien het vaak als bijzonder daadkrachtig beleid, maar beslissingen die niet op feiten zijn gebaseerd zijn slecht en per definitie af te raden.
In het verleden zijn er tal van maatregelen afgekondigd op motivaties die al lang geen recht meer doen. Zo motiveerde het kabinet in vroegere jaren dat als de benzine accijnzen met 1 á 2 cent werden verhoogd er tot 10 procent minder kilometers gereden zouden worden. Inmiddels schommelt de benzineprijs met marges van 30 cent heen en weer en wordt er alleen maar meer gereden. En ook de huidige accijnsverhoging op tabak zou de jeugd weghouden bij het roken, terwijl er momenteel meer dan ooit door de jeugd wordt gerookt. Bovendien blijkt steeds duidelijker dat door alle illegale praktijken rondom tabak de jeugdcriminaliteit alleen maar verder wordt aangewakkerd. Dus niks rookvrije generatie. Politici willen vaak het gelijk aan hun zijde krijgen met maatregelen waar je niet echt tegen kunt zijn, maar waar je per saldo alleen niets mee opschiet.
De boel frustreren
Wat de maatregelen wel doen, is de boel frustreren. De voorgestelde maatregelen ‘wat wel en wat niet mag’ volgen elkaar in zo’n tempo op dat mensen langzamerhand het idee krijgen steeds verder te worden ingeperkt in hun vrijheden. Deels wordt dat versterkt door de enorme hoeveelheid aan organisaties die om hele nobele redenen de leefwereld van mensen willen verbeteren: De hartstichting, maag-darm en leverstichting, Stivoro en al die andere organisaties die van donaties afhankelijk zijn en dus met regelmaat naar buiten moeten treden in hun missies. En dat zijn dan nog de organisaties die zich richten op eetgewoontes, maar zo zijn er ook de clubs die zich richten op fossiele brandstof, vuurwerk en andere vervuilende zaken. Bij elkaar zorgt het ervoor dat de weerstand tegen de bemoeienis van de overheid steeds groter wordt.
Regie ontbreekt
Wat in mijn ogen ontbreekt is regie. Nu laat elke lokale en nationale politicus zich leiden door een persoonlijk missie of herkenbare profilering naar de achterban. Al dan niet ingefluisterd door de talloze lobbyclubs die er overal rondlopen. Het is hun belang om de urgentie van de belangen die ze vertegenwoordigen duidelijk te agenderen. Maar vooralsnog is het is vooral nalaten wat men al lang weet. Het Preventie Akkoord, dat in 2018 is opgesteld door toenmalig staatssecretaris Paul Blokhuis, zou in het beleid leidend moeten zijn. Dat kan ook omdat de doelstellingen in het akkoord maatschappelijk breed zijn onderschreven.
Zorg voor alternatieven
Het kabinet zou hier eindelijk werk van moeten maken. Door het afschaffen van de btw op vers fruit en groenten bijvoorbeeld. Of het gratis verstrekken van gezonde maaltijden op scholen in combinatie met het informeren van de jeugd over een gezonde leefstijl. Kosten wellicht 1 miljard euro, maar nog altijd beter dan de miljarden die nu uitgegeven worden aan de zorgkosten voor obesitas. Want de jeugd wil best de eetgewoonten veranderen, dat laten testen ook zien, maar niet onder dwang en niet ineens. Dus zorg voor alternatieven en bewustwording, maar ga niet verbieden.